De toekomst van installatietechniek: Voor wie Kuijpers een beetje kent, komt het vast niet als verrassing: we willen met ons werk een toekomstbestendige en gezondere wereld doorgeven aan volgende generaties. Steeds vaker doen we dat niet alleen met tastbare techniek, maar ook door middel van programmeertaal en tools. Zo maakten we de afgelopen jaren een flinke stap richting de wereld van IT.
Die ontwikkeling begon met een BRL-verplichting bij de aanleg van WKO’s: we genereerden data om aantoonbaar te voldoen aan de geldende wettelijke verplichtingen. Al snel rees de vraag of we meer verbindingen konden leggen op basis van die kennis en ervaring. Want waarom zouden we ook geen datastromen in kaart brengen van andere installaties? Bijvoorbeeld via sensoren in musea, ziekenhuizen, universiteiten, grote kantoren of industriegebouwen. Tot dan toe werd daar vooral gestuurd op vooraf ingestelde parameters en standaard servicemomenten, maar dat moest beter kunnen.
Dus creëerden we creatieve monitoringstools en bewaakten we de prestaties van installaties vanuit data-gedreven beheer. Door uniformiteit aan te brengen werd de output voor onszelf overzichtelijker en werd data voor onze klanten ineens begrijpelijk. En met resultaat: we wisten de beschikbaarheid en het rendement van installaties te verhogen, het comfort in ruimtes te verbeteren en energieverbruik en kosten omlaag te brengen. Klinkt dit als een marketingtekst voor een brochure? Prima, maar het is evengoed een ontwikkeling die binnenkort voor ongekend veel bedrijven een enorme impact gaat hebben. Wie in dit data-tijdperk wil gedijen – of beter gezegd: overleven – kán namelijk niet zonder inzicht en de mogelijkheid om realtime actie te ondernemen.
David Al Juma – Consultant Monitoring & Data
Stiekem weet iedereen dat wel en toch gaan we te langzaam vooruit. In 2020 onderzocht een Amerikaanse dataspecialist hoe ruim 2.200 wereldwijde bedrijfs- en IT-leiders zich bewogen in onze nieuwe datagedreven werkelijkheid. Wat bleek? Men vond inzicht in de eigen gegevens enorm waardevol voor de organisatie in termen van algemeen succes (81%), innovatie (75%) en cyberbeveiliging (78%). Tegelijkertijd gaf het overgrote deel van de managers aan dat de helft of meer van hun data nog onbenut bleef. Twee jaar later is dat niet veel anders. Collega Cliff Willems benadrukte onlangs dat ook in een groot deel van de Nederlandse gebouwen te weinig grip is op de eigen data en op de gevolgen daarvan. Terwijl we tot wel 30% kunnen besparen op het energieverbruik in onze gebouwen. En dat terwijl er een crisis op ons afkomt van uitzonderlijke proporties. ‘De energiecrisis?’, hoor ik je bijna denken. Nee, die andere…
Begrijp me niet verkeerd: de energiecrisis is een behoorlijke drempel waar we met elkaar overheen moeten. Maar daar liggen in mijn optiek wel scenario’s op tafel; nu is het een kwestie van knopen doorhakken. Waar we ondertussen te weinig oog voor hebben, is de berg die daarachter op ons wacht: de materiaalcrisis. En met Earth Overshoot Day 2022 alweer ruimschoots achter ons (de datum waarop de vraag naar ecologische hulpbronnen en diensten groter is dan wat de aarde in dat jaar kan regenereren), is dat vraagstuk misschien nóg wel lastiger. Op = op, wil ik bijna zeggen. Daarvoor moeten we echt aan de bak, maar zonder data zijn we blind.
Juist daarom is het zo belangrijk meer oog te krijgen voor de kansen die innovatieve monitoringstools ons bieden. Misschien minder concreet en tastbaar, maar onmisbaar voor de toekomst van installaties. Een paar voorbeelden, gebaseerd op Business Innovation Towards a Circular Economy van Jan Konietzko:
Om die toekomstbestendige en gezondere wereld daadwerkelijk door te kunnen geven aan volgende generaties, zal monitoring van data- en informatiestromen de komende jaren dus alleen maar belangrijker worden. Investeren in vakmensen die daar vervolgens concrete acties aan kunnen verbinden trouwens ook. Uiteindelijk is dat het echte toekomstpad: data en informatie geven richting, maar je moet zelf de stap vooruit zetten.
David Al Juma