Tekst: Bianca Clerx, Eindhovens Dagblad
De mannen zijn zelf met verf de steiger op geklommen. Het blauw, geel en rood blinkt weer. Wie de Automotive Campus in Helmond op rijdt kan de grote Mondriaan-achtige bomen van Toine Manders en Harry van Beek niet missen.
Dat is precies wat oud-Europarlementariër Manders in gedachten had. Hij zocht een prominente plek voor het kunstwerk dat weg moest van de plek waar het bijna 45 jaar heeft gestaan. Basisschool Het Lover in Asten is gesloopt en de abstracte levensbomen op het schoolplein moesten verdwijnen.
Manders kon het niet verkroppen dat het werk dat hij samen met Harry van Beek maakte op de sloop terecht zou komen. Hij ging op zoek naar iemand die het een tweede leven wilde geven. Tot Manders’ eigen verbazing meldden zich meer dan twintig geïnteresseerden. De eerste beller werd uiteindelijk de gelukkige. “Niemand wist me met zijn verhaal meer te raken dan Wim”, zegt Manders.

De redder van het kunstwerk is Wim Kuypers, jarenlang het gezicht van technisch dienstverlener Koninklijke Kuijpers en kennis van Manders. Hij vindt dat een kunstwerk niet zomaar verloren mag gaan. “Hergebruik van materialen en duurzaamheid – ik noem het zelf toekomstbestendigheid – passen bij ons bedrijf”, aldus Kuypers.
Wat hem ook aanspreekt, is dat het werk de cyclus van de seizoenen en het leven verbeeldt. De metershoge stalen constructies zijn drie bomen met geen, weinig en veel blad. “Ons uitgangspunt is dat we aandacht hebben voor de vitaliteit van mensen. Wij zijn dan ook veel bezig met het opleiden van jongeren en willen mensen kansen geven. Ze noemden ons bedrijf vroeger ‘het schooltje’,” vertelt Kuypers.
Op een veld bij het bedrijf in Helmond is het kunstwerk neergezet. De ingang van het kantoor, nabij de drukke Europaweg, leek eerst een logische plek. Toch is daar niet voor gekozen. Het zou er om aandacht moeten strijden met grote bomen – echte – en bedrijfsvlaggen. “Eigenlijk kan het niet beter. Het staat nu bij de ingang naar de Automotive Campus. De mensen die met de auto stil staan op de weg daar, kunnen het nog zien als ze goed kijken” zegt Manders tevreden. Hij vindt het belangrijk dat weel mensen het kunnen zien.
“Daar hadden we vroeger wel eens onenigheid over. Maar we zijn er altijd samen uit gekomen”, zegt Van Beek lachend. Hij was meestal te vinden in zijn atelier waar hij mooie dingen wilde maken. Manders was meer een verkoper. Hij lobbyde voor opdrachten en wilde dat hun werken te zien waren of een functie hadden. Kuypers laat nog een bordje maken met de namen van de makers. Er wordt een bankje geplaatst om het geheel compleet te maken.