Referentie overzicht
Utiliteit

Erfgoed GEA Grasso is klaar voor de toekomst

De gemeente ’s-Hertogenbosch koestert haar industriële erfgoed. Neem het monumentale fabriekscomplex van gebouwgebruiker GEA Grasso nabij de spoorzone. De gevels van de panden zijn negentiende-eeuws, maar de binnenzijde van het complex is helemaal van nu. Het contrast tussen oud en nieuw werd in ’s-Hertogenbosch mede mogelijk gemaakt door Kuijpers. In het najaar van 2024 leverden we binnen de historische muren een moderne faciliteit met kantoren op die klaar zijn voor de toekomst.

we houden het verleden levend door (industrieel) erfgoed bestendig te maken voor de toekomst.

Service & exploitatie Utiliteit

GEA Grasso en ’s-Hertogenbosch horen bij elkaar. In 1858 begon Willem Grasso op een andere plek in de stad een eigen smederij. In 1894 nam zijn zoon Henri de zaak over. Onder zijn leiding groeide Grasso – inmiddels verhuisd naar de Parallelweg – uit tot een wereldmerk in innovatieve machines voor de margarine- en zuivelindustrie. In 1992 volgde een fusie met het Duitse metaalconcern GEA. Nu behoort GEA Grasso tot de wereldtop in koel- en vriestechniek. In deze decennia van groei bleef het monumentale complex (eigendom van de gemeente ’s-Hertogenbosch) fier overeind. Het onderhoud van alle werktuigbouwkundige installaties binnen de historische muren is al jaren in handen van Kuijpers. Daar kwam in 2023 een bijzonder renovatieproject bij in een ongebruikte zijvleugel van het fabrieksgebouw.

Opbouwen in beschermd casco

“Vorig jaar besloten we enkele opslaghallen te transformeren in een testfaciliteit voor compressoren, inclusief kantoordeel”, vertelt Ruud van den Heuvel, hoofd Technische Dienst van Grasso. “Dat vroeg om een flinke aanpassing. De hallen hebben sinds de bouw ervan in 1913 namelijk ook heel andere bestemmingen gehad. Zo deden ze ooit dienst als woningen en werkplaats voor de fabriek. Later werden het opslagruimten.”

Kuijpers kreeg na een Europese aanbesteding de opdracht. “Daarmee stond voor ons het sein op groen om de hallen te vernieuwen”, aldus Kuijpers-klantteammanager Guus Zaunbrecher . “Maar wel met de voorwaarde dat alles werd ingepast in het bestaande en monumentaal beschermde casco.”

Box-in-box

En daarin zat hem precies de uitdaging. Guus: “Industriële gebouwen moeten vandaag de dag voldoen aan allerlei strenge wet- en regelgeving. GEA Grasso is daarin niet anders. Wat de fabriek wel anders maakt, is de beschermde status van de buitenzijde. Zomaar gaten boren in een monumentale muur kon dus niet.” Samen met bouwkundig aannemer Bouwhuijzen pakte Kuijpers de klus op. “We besloten alle elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties conform het box-in-box-principe toe te passen. We werkten hierbij met voorzetwanden. Daarop konden we onze installaties kwijt en beschermden en isoleerden we tegelijkertijd originele muren.”

Creatief denken en vakmanschap

Zo eenvoudig als het klinkt, was het niet, weet leidinggevend elektrotechnisch monteur Siebe Jansma van Kuijpers nog. “We hebben flink creatief moeten zijn gezien de hoeveelheid installaties. We hebben het hier niet over een paar schakelaars maar over het héle pakket: van verwarming, ventilatie en bijbehorend kanalenwerk tot verdeelinrichtingen, verlichting, noodstroomvoorzieningen en brandmeld- en beveiligingssystemen. Ook óp het dak troffen we voorzieningen. Daar staan de luchtbehandeling en een warmtepomp. Ook liggen er zonnepanelen. Doorgaans werken we installaties of onderdelen ervan zoveel mogelijk weg in wanden of boven plafonds. Hier kon dat niet. Het was daarom minutieus berekenen wat er mogelijk was. Eigenlijk vind ik dat ook het leukst aan mijn werk: oplossingen bedenken die niet uit een boekje komen maar het resultaat zijn van creatief denken en vakmanschap.”

De montage op de voorzetwanden leverde een prachtig resultaat op voor het oog, vindt hij. “Alle installaties, kanalen en kasten zijn in het zicht gebleven. Slim gemonteerd, voortbordurend op de industriële uitstraling van het hele complex. Als ik nu in deze gemoderniseerde zijvleugel van GEA Grasso rondloop, ben ik trots op wat we gemaakt hebben.” Niet alleen Siebe, maar het héle Kuijpers-projectteam heeft hier flink zijn tanden in gezet. Leidinggevend monteur Franklin Elissen was één van hen. Samen met Siebe trok hij de kar in de dagelijkse uitvoering.

Betrokken bij de klus

Met zijn dertig jaar werktuigbouwkundige ervaring zorgde Franklin niet alleen dat het kanalen- en leidingentracé zo compact en strak mogelijk in alle ruimtes werd verwerkt. Ook legde hij een stevige portie organisatievermogen aan de dag. “Soms liepen we met vijftig man rond op de bouw”, vertelt hij. “Dan moet je elkaar niet in de weg zitten. We hebben daarom continu met elkaar en de Technische Dienst van Ruud overlegd over een goede, veilige manier van uitvoeren.” Franklin blikt voldaan op het project terug. “Je raakt betrokken bij zo’n klus. Dat heb ik altijd wel. Als ik met mijn kinderen door de stad rijd en voorbij gebouwen kom waar ik ooit heb gewerkt, kan ik het nooit laten om ze dat te vertellen. Trots? Ja, dat is denk ik het goede woord.”

Ook Ruud is als opdrachtgever tevreden, zowel over het resultaat als over de samenwerking. “De mannen van Kuijpers lopen hier al jaren rond. We kennen elkaar en spreken dezelfde taal. Daar hebben we echt van geprofiteerd toen Kuijpers deze aanbesteding won.” Het resultaat is in oktober 2024 opgeleverd. Begin 2025 neemt GEA Grasso de faciliteit met kantoren in gebruik.

Heb je een vraag?

Stel hem gerust aan Guus.