Referentie overzicht
Maatschappelijk vastgoed

In gebouw Vector van de TU/e is circulariteit troef

In 2024 renoveerde Kuijpers het leegstaande onderwijsgebouw Vector voor de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Het gebouw doet de komende tien jaar dienst als tijdelijke huisvesting voor faculteiten die hun eigen gebouwen moeten verlaten vanwege renovaties. Gebouw Vector kreeg onder meer laboratoriumvoorzieningen. Dit was een grote ingreep, versterkt door de hoge mate van circulariteit die de TU/e van de bouwende partijen vroeg.

Hergebruik van • 500 luchttoevoerroosters • 1250 meter luchtkanalen/spiraalgefelste buizen • 800 aansluitsnoeren • 350 meter wandgoot • 1000 kilo koper • 4 patchkasten

Controlled Environments Duurzaamheid Safety & security

Sonja Rijlaarsdam, adviseur Sustainability Real Estate van de TU/e: “Dit project is voor ons een goed voorbeeld van hoe we duurzaamheid en hergebruik van materialen kunnen integreren in onze bouwprojecten op de campus. We hebben ruim twee jaar geleden een circulair bouwen-beleid opgesteld. Daarmee sturen we onder meer op hergebruik van materialen.” Een kleine complicerende factor: dit beleid kwam er pas ná het Programma van Eisen voor gebouw Vector. “Daarom vroegen we bij de aanbesteding om optimalisatievoorstellen.”

Tien optimalisaties

Kuijpers nam die uitdaging aan, samen met bouwbedrijf Cornelissen. Samen richtten ze een VOF op: Kuijpers werd ‘van’ de elektrotechnische, werktuigbouwkundige en beveiligingsinstallaties, Cornelissen was de bouwkundig aannemer.

Kuijpers-projectleider Raymond Siep: “We brachten eerst in kaart wat in het gebouw nog bruikbaar was. Op basis daarvan konden we tien optimalisatievoorstellen doen, rekening houdend met de specifieke laboratoriumeisen die hier eveneens van toepassing waren.”

Circulariteitsprincipes

Alle voorstellen waren gebaseerd op de circulariteitsprincipes Refuse, Rethink, Reduce, Re-use en Recycle. “Bij elk optimalisatievoorstel gaven we de klant inzicht in de benodigde aanpassingen, de verwachte kwaliteit en financiële besparingen.” Volgens Sonja kon de TU/e zo bewust afwegen waar het ‘ja’ of ‘nee’ tegen zei. “De heldere voorstellen van de VOF Kuijpers-Cornelissen pasten het beste bij onze circulaire uitgangspunten.”

Kwaliteit bewaken

Wat Kuijpers daarna zoal kon hergebruiken? “Luchtkanalen en -roosters, aansluit- en koppelsnoeren, LED-armaturen, stopcontacten en kabelgoten”, somt Raymond op. “Allemaal nog prima in orde, zo bleek uit onze analyse.” Dat analyseren gebeurt met een kritisch oog voor de kwaliteit. “Ook bij circulair bouwen blijft kwaliteit natuurlijk prioriteit. Je moet dus goed beoordelen én veel overleggen met de opdrachtgever. De kans bestaat dat bestaande onderdelen op bepaalde punten afwijken van de specificaties uit het Programma van Eisen. Daar moet je het dan over hebben. Dat was bijvoorbeeld het geval met een twee jaar jonge koelmachine, afkomstig uit een ander gebouw op de campus van de TU/e. Die was nog prima in orde. Zonde om die weg te doen.”

Energieverbruik en hergebruik

Sonja: “Je moet wel weten wat zo’n bestaande machine ‘doet’, bijvoorbeeld in het energieverbruik. Het is niet de bedoeling dat je alleen hergebruikt om het hergebruiken. Zo’n machine moet ook passen bij je energiebesparingsdoelen. Anders sla je alsnog de plank mis.” De koelmachine bleek met enkele kleine aanpassingen voldoende geschikt om nog tien jaar te gebruiken.

Als nieuw: gebruikte patchkasten

Volgens Raymond is circulair werken ook: zorgvuldig kijken welke leveranciers  en onderaannemers je in de arm neemt. “Sommige voorlopers hebben gebruikte onderdelen in hun voorraad, die denken ook al circulair. Zo hebben we via een elektropartner gebruikte patchkasten kunnen bemachtigen. Allemaal nog in uitstekende conditie. En passend bij de eisen” Gebouw Vector zelf bevatte ook onderdelen die nog in prima staat waren, “maar ongeschikt voor de nieuwe laboratoria”, illustreert Raymond.

“Zoals een hoeveelheid wandgoten die te smal bleken voor alle voedingskabels. Een wandgotenleverancier heeft ze bij ons opgehaald voor hergebruik elders. Hij was zo enthousiast over deze kans dat hij als tegenprestatie een frietkar voor het bouwpersoneel regelde. Zo werk je op alle fronten met elkaar samen om verspilling tegen te gaan.”

Pionier in circulair bouwen

Hier stonden de neuzen van alle partijen dus dezelfde kant op. “Dat is helaas nog wel een uitzondering”, weet Raymond. “Er zijn nog niet veel bedrijven die al zo ver zijn. Zelf hebben we best veel ervaring met circulaire renovaties, zoals bij de Stadhuistoren en gebouw Mercado van de gemeente Eindhoven. Maar het blijft pionieren. Er komen nog steeds veel goede materialen in afvalcontainers terecht. Eeuwig zonde.” Hij is hoopvol dat het idee van hergebruik steeds vaker in de vastgoedsector een plekje krijgt. “Onder consumenten is ‘tweedehands’ en ‘hergebruik’ al geaccepteerd. Kijk naar het succes van Marktplaats, Vinted en de mogelijkheden bij bouwmarkten om gebruikte producten in te leveren. Het idee dat dit ook kan met installaties, componenten en andere bouwstoffen moet nu gaan groeien.”

Standaard componenten zijn waardevol

Tegelijkertijd beseft hij dat dit wel vraagt om een andere houding. Al in de idee- en ontwerpfase, wanneer de basis wordt gelegd voor het gebruik van bestaande of nieuwe materialen. “Heel lang is ‘maatwerk’ daarbij een soort van onderscheidende factor geweest. Maar ‘standaard’ is in het licht van circulariteit minstens zo waardevol. In gebouw Vector werd bij de toepassing van nieuwe materialen bewust gekozen voor standaard componenten waar mogelijk. Maatwerk beperkten we tot datgene waar de omstandigheden dat vereisten, zoals bij specifieke laboratoriumvoorzieningen. Zo bevorder je hergebruik en bespaar je kosten waar het kan.”

Goed organiseren

Circulair bouwen vraagt ook om organisatorische aanpassingen. Zoals rekening houden met de tijd voor zorgvuldig demonteren. Of het uitvoeren van extra tests en kwaliteitscontroles. “Dat kan in de planning uitdagend zijn. Zeker als er een flinke tijdsdruk op een project staat. Of als er gedurende een project heel veel meerwerk in blijkt te zitten.” Terugblikkend op de verbouwing van gebouw Vector is Raymond tevreden en trots.

Niet alleen op de mate van circulariteit maar ook op zijn team. “We hebben allemaal een stapje extra gezet om het hoogst haalbare te bereiken. De tijdsdruk was hoog, want de roosters voor de studenten lagen al klaar: 3 februari 2025 was écht D-Day. Maar het is gelukt en het resultaat is fantastisch.”

Lees meer over dit project in het Kuijpers Jaarverslag 2024: Natuurlijk circulair

Heb je een vraag?

Stel hem gerust aan Raymond.

Raymond Siep Projectleider